Ouder worden betekent langer doorwerken
Geplaatst op 01 november 2016
Experts zagen het al even aankomen: de pensioenleeftijd snelt ons vooruit. De leeftijd waarop we met pensioen mogen, is sinds 2012 verbonden aan de levensverwachting. Omdat we steeds ouder worden, schrijft de wet een verhoging van de AOW-leeftijd voor. Ben je geboren na 1954? Dan schuift je eindfeest minstens drie maanden op.
Werd de AOW-leeftijd niet sowieso verhoogd? Klopt. Deze stijging van de pensioengerechtigde leeftijd komt echter bovenop de verhoging die al in gang was gezet. Vanaf het moment dat besloten werd dat de AOW-leeftijd van 65 naar 67 zou oplopen, was al duidelijk dat 67 niet het eindstation was.
AOW-leeftijd blijft stijgen
Het CBS heeft becijferd dat de levensverwachting toeneemt. De overheid moet daarom de AOW-leeftijd navenant laten stijgen, maar moet dat 5 jaar van tevoren aankondigen. De AOW-leeftijd is in 2022 dus 67 jaar en 3 maanden.
Wat gebeurt er daarna? Verwacht wordt dat de levensverwachting nog minstens drie jaar lang blijft oplopen in het huidige tempo. Dat betekent nog drie achtereenvolgende jaren een stijging van 3 maanden, tot uiteindelijk 68 is bereikt in 2025.
Stijgt ook de leeftijd voor je pensioenfonds?
Pensioenfondsen werken niet met kwartalen, maar met hele jaren als het gaat om de pensioenrichtleeftijd. Wat houdt dat in? Wie nu pensioen opbouwt via een werkgever, ziet op zijn overzicht wat hij krijgt als hij 67 jaar wordt. Dat betekent niet dat je als deelnemer niet eerder mág stoppen, maar als je het wel doet gaat je maandelijkse pensioenuitkering omlaag. 67 is dus alleen een richtleeftijd.
Omdat de leeftijdsverwachting stijgt, is de kans aannemelijk dat binnenkort ook de richtleeftijd voor pensioenfondsen hoger wordt. Omdat dit alleen met hele jaren gaat, wordt dat 68 jaar.
Pensioen uit drie verschillende potjes
Tot 1 januari 2014, was de richtleeftijd van de pensioenfondsen nog 65 jaar. Tussen dat moment en 1 januari 2018 is het 67 jaar, daarna wordt het waarschijnlijk 68 jaar. Dat leidt tot de vreemde situatie dat deelnemers die al spaarden voor 2014, een deel van hun pensioen al krijgen uitgekeerd vanaf hun 65e, het volgende begint op 67 en daarna nog een deel vanaf 68 jaar.
Goed voor de financiën van pensioenfondsen?
Als pensioenfondsen hun deelnemers pas vanaf 68-jarige leeftijd hoeven te betalen, dan zou je denken dat het positief is voor de financiële huishouding bij pensioenfondsen. Ze hebben immers langer de tijd om het benodigde pensioenbedrag op te bouwen. Dit wordt echter weer gecompenseerd door de stijgende levensverwachting. Die zorgt ervoor dat er op termijn ook langer pensioen moet worden uitgekeerd.
Maak je je zorgen over de oplopende pensioenleeftijd? Extra sparen in een pensioenproduct helpt je zelf de regie te houden over je moment van stoppen. Goede financiële planning is cruciaal. Geïnteresseerd? Wij vertellen je graag meer.